kerkdienst 7 november
Liturgie zondag 7 november 2021 9:30 uur.
Voorganger: Ds Johannes van Beveren
Deze dienst wordt live uitgezonden via Youtube en de kerkradio.
Ga naar NGKV op youtube Ga naar de kerkradio
Liturgie
Welkom,
Stil gebed, votum en groet
Zingen DNP psalm 19: 1, 4, 5
1. De hemel prijst de HEER;
ze geeft welluidend eer,
ze prijst zijn scheppingskracht.
De dag vertelt de dag
hoeveel Gods hand vermag;
de nacht spreekt tot de nacht.
Al klinkt er ook geen woord,
toch wordt hun stem gehoord
zelfs bij de verste volken.
Geen klank wordt er verspreid,
toch hoort men wereldwijd
hoe zij Gods lof vertolken.
4. Ontzag voor God is rein.
Het laat ons zeker zijn
van heil dat niet vergaat.
Het doet ons veel meer goed
dan goud in overvloed,
dan honing uit de raat.
Uw voorschrift geeft ons licht;
als ik mij daarnaar richt,
blijf ik aan U verbonden.
Maar ach, wie zondigt niet?
Wie doet U geen verdriet?
Vergeef mij al mijn zonden.
5. Bescherm mij, HEER, maak mij
van grote zonden vrij;
ik ben uw trouwe knecht.
Als U mijn hart behoedt,
dan mijd ik overmoed,
dan dien ik U oprecht.
Laat wat ik zeg en denk,
waaraan ik aandacht schenk,
U altijd weer behagen –
God die mijn leven leidt,
God die mijn ziel bevrijdt,
mijn rots, die mij wil dragen!
Bidden
Lezen Daniel 5
Het feestmaal van Belsassar
1 Op zekere dag richtte koning Belsassar voor zijn duizend machthebbers een groot feestmaal aan, en in gezelschap van deze machthebbers dronk hij wijn.
2 Beneveld door de wijn gaf Belsassar opdracht de gouden en zilveren bekers tevoorschijn te halen die zijn vader Nebukadnessar uit de tempel van Jeruzalem had meegenomen, opdat de koning en zijn machthebbers, zijn hoofdvrouwen en bijvrouwen daaruit konden drinken.
3 Men haalde de gouden bekers die uit de tempel van Jeruzalem, het huis van God, waren meegenomen en de koning en zijn machthebbers, zijn hoofdvrouwen en bijvrouwen dronken eruit.
4 Ze dronken wijn en prezen hun goden van goud en zilver, van brons, ijzer, hout en steen.
5 Terwijl ze dat deden verschenen er vingers van een mensenhand die iets op het pleisterwerk van de wand van het koninklijk paleis schreven, precies tegenover de luchter, zodat de schrijvende hand goed zichtbaar was voor de koning.
6 De koning trok bleek weg, in verwarring gebracht door zijn gedachten. Hij stond te trillen op zijn benen en zijn knieën knikten.
7 Luidkeels riep hij om de bezweerders, de Chaldeeën en de waarzeggers. De koning richtte zich tot de wijzen van Babylonië: ‘Wie deze tekens kan lezen en mij kan zeggen wat er staat, zal in purper gekleed worden, een gouden keten om zijn hals dragen en als derde in rang over het koninkrijk regeren.’
8 Alle wijzen van de koning traden naar voren, maar zij konden de tekens niet lezen en de koning niet zeggen wat er stond.
9 Koning Belsassar was daarover zeer ontdaan, zijn gezicht werd nog bleker, en ook zijn machthebbers waren onthutst.
10 Het rumoer van de koning en zijn machthebbers had de koningin naar de feestzaal gebracht. Zij zei: ‘Majesteit, leef in eeuwigheid! Laten uw gedachten u niet in verwarring brengen, het is niet nodig zo bleek te worden van schrik.
11 Er is een man in uw koninkrijk in wie de geest van de heilige goden woont. In de dagen van uw vader bewees hij al evenveel verstand, inzicht en wijsheid te bezitten als de goden. Koning Nebukadnessar, uw vader, heeft hem benoemd tot hoofd van de magiërs, bezweerders, Chaldeeën en waarzeggers – uw vader, majesteit!
12 Deze Daniël, die door de koning Beltesassar werd genoemd, beschikt over een buitengewone begaafdheid, en over kennis en verstand, waardoor hij dromen kan uitleggen, raadsels kan oplossen en knopen ontwarren. Ontbied daarom Daniël, hij zal u vertellen wat er staat.’
13 Vervolgens werd Daniël voor de koning geleid. De koning zei tegen hem: ‘Dus u bent Daniël, een van de Judese ballingen die de koning, mijn vader, uit Juda heeft gevoerd?
14 Ik heb gehoord dat de geest van de goden in u woont, en dat u over veel verstand, inzicht en wijsheid beschikt.
15 De wijzen en bezweerders zijn bij mij gebracht om deze tekens te lezen en mij te vertellen wat er staat. Maar zij kunnen mij niet zeggen wat de woorden betekenen.
16 Ik heb over u gehoord dat u duidingen kunt geven en knopen ontwarren. Welnu, als u de tekens kunt lezen en mij kunt zeggen wat er staat, zult u in purper gekleed worden, een gouden keten om uw hals dragen en als derde in rang over het koninkrijk regeren.’
17 Daniël antwoordde de koning: ‘U mag uw kostbare geschenken houden, of ze aan een ander geven. Maar ik zal de tekens voor de koning lezen en hem zeggen wat er staat.
18 Majesteit – God, de Hoogste, heeft uw vader Nebukadnessar koninklijke macht, aanzien, eer en majesteit geschonken,
19 en door zijn van God gegeven grootheid beefden alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, van ontzag voor hem. Hij doodde wie hij wilde en liet leven wie hij wilde. Hij verhief wie hij wilde en vernederde wie hij wilde.
20 Maar toen hij hooghartig en overmoedig werd, is hij van zijn koningstroon gestoten en is zijn eer hem ontnomen.
21 Hij werd door de mensen verstoten, hij kreeg het hart van een dier en hij leefde onder de wilde ezels. Hij at gras als de runderen en zijn lichaam werd vochtig van de dauw van de hemel, totdat hij erkende dat God, de Hoogste, boven het koningschap van de mensen staat en dat hij alleen bepaalt aan wie hij dat verleent.
22 En hoewel u dit alles wist, bent u, zijn zoon Belsassar, niet nederig gebleven.
23 U bent tegen de Heer van de hemel opgestaan. U hebt de bekers laten halen die uit zijn tempel afkomstig zijn, en u en uw machthebbers, uw hoofdvrouwen en bijvrouwen, hebben er wijn uit gedronken. U hebt uw goden van zilver en goud, van brons, ijzer, hout en steen geprezen, goden die niets zien of horen of weten. Maar de God die beschikt over uw levensadem en die al uw doen en laten bepaalt, hebt u niet verheerlijkt.
24 Daarom heeft hij die hand gezonden en de tekens laten opschrijven.
25 Dit is wat er geschreven staat: Menee, menee, tekeel oefarsien.
26 En dit is wat het betekent: menee – God heeft de dagen van uw koningschap geteld en er een einde aan gemaakt;
27 tekeel – u bent gewogen en te licht bevonden;
28 perees – uw koninkrijk is verdeeld en aan de Meden en de Perzen gegeven.’
29 Toen gaf Belsassar bevel Daniël in purper te kleden en hem een gouden keten om de hals te hangen, en hij liet afkondigen dat Daniël als derde in rang zou regeren over het koninkrijk.
30 Diezelfde nacht werd Belsassar, de koning van de Chaldeeën, gedood.
Lezen Marcus 13:3-11
3 Toen hij op de Olijfberg was gaan zitten, tegenover de tempel, en Petrus, Jakobus, Johannes en Andreas alleen met hem waren, stelde Petrus hem de vraag:
4 ‘Vertel ons, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we herkennen dat het zover is?’
5 Jezus antwoordde: ‘Pas op dat niemand jullie misleidt.
6 Want er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en zich voor mij zullen uitgeven, en ze zullen veel mensen misleiden.
7 Als jullie berichten horen over oorlog en oorlogsdreiging, wees dan niet verontrust. Die dingen moeten gebeuren, maar daarmee is het einde nog niet gekomen.
8 Het ene volk zal tegen het andere ten strijde trekken en het ene koninkrijk zal de strijd aanbinden met het andere, overal zullen er aardbevingen en hongersnoden zijn: dat is het begin van de weeën.
9 Wat jullie zelf betreft: pas goed op. Jullie zullen voor het gerecht worden gesleept en in synagogen worden gegeseld, en jullie zullen voor gouverneurs en koningen moeten verschijnen om voor hen van mij te getuigen.
10 Want eerst moet aan alle volken het goede nieuws worden verkondigd.
11 Wanneer jullie worden weggevoerd om te worden uitgeleverd, maak je dan vooraf geen zorgen over wat je zult gaan zeggen; zeg wat jullie op dat tijdstip wordt ingegeven, want jullie zijn het niet die dan spreken, maar het is de heilige Geest.
Zingen psalm 123: 1, 2 NB
1. Tot U, die zetelt in de hemel hoog,
hef ik vol hoop mijn oog.
Zoals een knecht let op zijns heren wenken
of hij zijn gunst wil schenken,
zoals het oog der dienstmaagd vol vertrouwen
rust op de hand der vrouwe,
zo zien wij op tot God, den Heer, tot Hij
ons weer genadig zij.
2. Wees ons nabij, wees ons nabij, ons lot
stelt ons voor elk ten spot.
Ons hart walgt van de hoogmoed der gerusten,
de trots der zelfbewusten.
Wij zijn reeds lang verzadigd van verachting
en hebben geen verwachting,
tenzij van U: o Heer, neem weg de smaad,
verlos ons van dit kwaad.
Kindmoment
Preek
Zingen NLB 722 Uw stem heer hebben wij gehoord
1.Uw stem, Heer, hebben wij gehoord,
het wonder van uw heilig woord,
van Jezus die uw beeltenis
en die het hart der schriften is.
2.Zegen ons met verwondering
dat Hij het is, de vreemdeling,
die met ons door de eeuwen ging –
blijf bij ons met uw zegening.
3.Heilige Geest, ontsteek het vuur,
de liefde van het eerste uur,
maak uw genade in ons groot,
een vreugde sterker dan de dood.
Bidden
Geven
Belijden
Zingen opw 710 Zegen mij
Zegen mij op de weg die ik moet gaan.
Zegen mij op de plek waar ik zal staan.
Zegen mij in alles, wat U van mij verlangt.
O God, zegen mij alle dagen lang!
Vader, maak mij tot een zegen;
ga mij niet voorbij.
Regen op mij met uw Geest, Heer,
Jezus, kom tot mij
als de Bron van leven,
die ontspringt, diep in mij.
Breng een stroom van zegen,
waarin U zelf steeds mooier wordt voor mij.
Zegen ons waar we in geloof voor leven.
Zegen ons waar we hoop en liefde geven.
Zegen om de ander tot zegen te zijn.
O God, zegen ons tot in eeuwigheid!
Vader, maak ons tot een zegen;
hier in de woestijn.
Wachtend op uw milde regen,
om zelf een bron te zijn.
Met een hart vol vrede,
zijn wij zegenend nabij.
Van uw liefde delend,
waarin wij zelf tot bron van zegen zijn.
Zegen
Geven:
maak uw gift over op de rekening van de diaconie van een van beide kerken.
de Rank: NL 81 RABO 0157 6741 34
Goede Herderkerk: NL 70 RABO 0159 1200 20
God ontmoeten?
De Goede Herderkerk is geopend voor jou
voor Stilte, een Gebed of een Ontmoeting.
Iedere donderdag van 9-12 uur
Iedere vrijdag van 14-16 uur.
Burg. v. Engelenweg 175 IJsselmuiden.