Kerkdienst 6 februari 2022
Liturgie zondag 6 februari 2022 9:30 uur.
Voorganger: Ds Kees Haak
Deze dienst wordt live uitgezonden via Youtube en de kerkradio.
Ga naar NGKV op youtube Ga naar de kerkradio
Liturgie,
Votum – groet – amen
LB13 Gez 713:1.2.5 Wij moeten Gode zingen, halleluja
1. Wij moeten Gode zingen
halleluja,
om alle goede dingen
halleluja,
al zijn wij vreemdelingen
in schande en in scha,
Gij zendt uw zegeningen
halleluja.
2. Hij schenkt de levensadem,
Hij geeft de levensgeest,
in schande en in schade
is Hij nabij geweest,
aan al wie Hem aanbaden,
aan ieder die Hem vreest,
komt Hij, de Heer, te stade,
de minsten allermeest.
5. Wij moeten Goden zingen
halleluja,
de Heer van alle dingen
die leeft in gloria,
met alle stervelingen,
niets komt zijn eer te na,
wij moeten Gode zingen
halleluja,
Gebed
Belijdenis Apostolicum
GKB17 Gez 219:1.3 God, u kende ons in Christus
1. God, u kende ons in Christus
voor de wereld werd gemaakt,
in uw ogen werd het zichtbaar
dat u mensen niet kunt missen:
liefde heeft ons aangeraakt.
Ik mag delen in het voorrecht
kind te zijn in uw gezin.
Ik mag spelen in de voortuin
van het vaderhuis, gehoorzaam
als uw aangenomen kind.
2. Jezus is aan ons geschonken,
hij bevrijdt ons van de dood,
wij zijn aan elkaar verbonden
in Gods wijsheid, als een wonder:
wij het lichaam, hij het hoofd.
Jezus’ bloed geeft tijd van leven
in een onbeperkt genoeg,
hij alleen brengt wereldvrede
uit de hemel naar beneden
als God alles samenvoegt.
3. Heilige Geest, bespeel de mensen,
blaas uw adem door ons heen,
en beziel uw instrumenten
met genade, zo veelstemmig,
toon van hoop voor iedereen.
God, u houdt van de verschillen
want zo hebt u ons gemaakt,
zingend om elkaar vrijwillig
in het loflied te vertellen
hoe uw liefde mensen raakt.
Lezen-1 Gen 2:18 – 3:11.16
18 De HEER God zei: ‘Het is niet goed dat de mens alleen is, Ik zal een helper voor hem maken die bij hem past.’
19 Toen vormde Hij uit aarde alle in het wild levende dieren en alle vogels, en Hij bracht die bij de mens om te zien welke namen de mens ze zou geven: zoals hij elk levend wezen zou noemen, zo zou het heten.
20 De mens gaf namen aan al het vee, aan alle vogels en alle wilde dieren, maar hij vond geen helper die bij hem paste.
21 Toen liet de HEER God de mens in een diepe slaap vallen, en terwijl de mens sliep nam Hij een van zijn ribben weg, en Hij sloot het lichaam weer op die plaats.
22 Uit de rib die Hij bij de mens had weggenomen, bouwde de HEER God een vrouw en Hij bracht haar bij de mens.
23 Toen riep de mens uit:
‘Dit is ze!
Mijn eigen gebeente,
mijn eigen vlees en bloed.
Vrouw wordt zij genoemd,
genomen uit een man.’
24 Daarom maakt een man zich los van zijn vader en moeder en hecht hij zich aan zijn vrouw, en zij zullen één lichaam zijn.
25 Beiden waren ze naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze schaamden zich niet voor elkaar.
Genesis 3:1-16
1 Van alle in het wild levende dieren die God, de HEER, gemaakt had, was de slang het sluwst. Dit dier vroeg aan de vrouw: ‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’
2 ‘We mogen de vruchten van alle bomen eten,’ antwoordde de vrouw,
3 ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’
4 ‘Jullie zullen helemaal niet sterven,’ zei de slang.
5 ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’
6 De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan.
7 Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van.
8 Toen de mens en zijn vrouw God, de HEER, in de koelte van de avondwind door de tuin hoorden wandelen, verborgen zij zich voor hem tussen de bomen.
9 Maar God, de HEER, riep de mens: ‘Waar ben je?’
10 Hij antwoordde: ‘Ik hoorde u in de tuin en werd bang omdat ik naakt ben; daarom verborg ik me.’
11 ‘Wie heeft je verteld dat je naakt bent? Heb je soms gegeten van de boom waarvan ik je verboden had te eten?’
12 De mens antwoordde: ‘De vrouw die u hebt gemaakt om mij terzijde te staan, heeft mij vruchten van de boom gegeven en toen heb ik ervan gegeten.’
13 ‘Waarom heb je dat gedaan?’ vroeg God, de HEER, aan de vrouw. En zij antwoordde: ‘De slang heeft me misleid en toen heb ik ervan gegeten.’
14 God, de HEER, zei tegen de slang:
‘Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan,
het vee zal je voortaan mijden,
wilde dieren wenden zich af;
op je buik zul je kruipen
en stof zul je eten,
je hele leven lang.
15 Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw,
tussen jouw nageslacht en het hare,
zij verbrijzelen je kop,
jij bijt hen in de hiel.’
16 Tegen de vrouw zei hij:
‘Je zwangerschap maak ik tot een zware last,
zwoegen zul je als je baart.
Je zult je man begeren,
en hij zal over je heersen.’
Lezen-2 Gal 5:13-28
Leven door de Geest
13 Broeders en zusters, u bent geroepen om vrij te zijn. Misbruik die vrijheid niet om uw aardse begeerten vrij spel te geven, maar dien elkaar in liefde,
14 want de hele wet is vervuld in één uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.’
15 Maar wanneer u elkaar aanvliegt en verscheurt, pas dan maar op dat u niet door elkaar wordt verslonden.
16 Ik zeg u dus: laat u leiden door de Geest, dan zult u niet toegeven aan aardse begeerten.
17 De aardse begeerte gaat in tegen de Geest, en wat de Geest verlangt gaat in tegen de aardse begeerte. Het een is in strijd met het ander, en u kunt dus niet zomaar doen wat u wilt.
18 Maar wanneer u door de Geest geleid wordt, bent u niet onderworpen aan de wet.
19 De praktijken waartoe de aardse begeerte aanzet zijn bekend: ontucht, zedeloosheid en losbandigheid,
20 afgoderij en toverij, vijandschap, tweespalt, jaloezie en woede, gekonkel, geruzie en rivaliteit,
21 afgunst, bras- en slemppartijen, en nog meer van dat soort dingen. Ik herhaal de waarschuwing die ik u al eerder gaf: wie zich aan deze dingen overgeven, zullen geen deel hebben aan het koninkrijk van God.
22 Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid en goedheid, geloof,
23 zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Er is geen wet die daar iets tegen heeft.
24 Wie Christus Jezus toebehoort, heeft zijn aardse natuur met alle hartstocht en begeerte aan het kruis geslagen.
25 Als we leven door de Geest, laten we de Geest dan ook volgen.
26 Laten we elkaar niet uit eigenwaan de voet dwars zetten of een kwaad hart toedragen.
DNP Ps 19:3.4.5 Volkomen is Gods wet
3. Volkomen is Gods wet:
een boodschap zonder smet,
een goed getuigenis,
een woord dat wijsheid geeft
aan wie gehoorzaam leeft,
aan wie eenvoudig is.
Wat Hij van ons verwacht
geeft nieuwe levenskracht;
het maakt ons opgetogen.
Recht is het woord van God,
loepzuiver zijn gebod:
een licht voor onze ogen.
4. Ontzag voor God is rein.
Het laat ons zeker zijn
van heil dat niet vergaat.
Het doet ons veel meer goed
dan goud in overvloed,
dan honing uit de raat.
Uw voorschrift geeft ons licht;
als ik mij daarnaar richt,
blijf ik aan U verbonden.
Maar ach, wie zondigt niet?
Wie doet U geen verdriet?
Vergeef mij al mijn zonden.
5. Bescherm mij, HEER, maak mij
van grote zonden vrij;
ik ben uw trouwe knecht.
Als U mijn hart behoedt,
dan mijd ik overmoed,
dan dien ik U oprecht.
Laat wat ik zeg en denk,
waaraan ik aandacht schenk,
U altijd weer behagen –
God die mijn leven leidt,
God die mijn ziel bevrijdt,
mijn rots, die mij wil dragen!
Kindermoment + Lied
Klik hier voor het kinderwerkje
Preek Gen 3:16 & Gal 5:22-25
GKB17 Gez 205 Christus aan het kruis verheven
1. Christus aan het kruis verheven
Zal ik loven heel mijn leven:
Christus droeg de vloek voor mij
Door genade rijk bevoordeeld
-en geen wet die mij veroordeelt-
Ben ik van de dood bevrijd.
Leefregel Ef 4:17-24 + 5:15-21
17 Op gezag van de Heer zeg ik u dus met klem: ga niet langer de weg van de heidenen met hun loze denkbeelden.
18 In hun geest heerst duisternis en ze zijn vervreemd van het leven met God, omdat ze hem niet kennen en hun hart voor hem gesloten hebben.
19 Afgestompt als ze zijn, geven ze zich over aan losbandigheid en storten ze zich in allerlei zedeloze praktijken.
20 Maar zo hebt u Christus niet leren kennen!
21 U hebt toch over hem gehoord, u hebt toch onderricht over hem gekregen? Door Jezus wordt duidelijk
22 dat u uw vroegere levenswandel moet opgeven en de oude mens, die te gronde gaat aan bedrieglijke begeerten, moet afleggen,
23 dat uw geest en uw denken voortdurend vernieuwd moeten worden
24 en dat u de nieuwe mens moet aantrekken, die naar Gods wil geschapen is in waarachtige rechtvaardigheid en heiligheid.
15 Let dus goed op welke weg u bewandelt, gedraag u niet als dwazen maar als verstandige mensen.
16 Gebruik uw dagen goed, want we leven in een slechte tijd.
17 Wees niet onverstandig, maar probeer te begrijpen wat de Heer wil.
18 Bedrink u niet, want dat leidt tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen
19 en zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer
20 en dank God, die uw Vader is, altijd voor alles in de naam van onze Heer Jezus Christus.
21 Aanvaard elkaars gezag uit eerbied voor Christus.
GKB17 Gez 235:1.2.3 Het is Gods goedheid en geduld
1. Het is Gods goedheid en geduld,
dat wij niet omgekomen zijn.
Ons leven is vernieuwd en rein
en van Gods gunst vervuld.
Refrein:
Hoe vriendelijk zijn over ons,
o HERE, uw gedachten.
Hoe goed is het, HEER, uw gena
in stilheid te verwachten.
2. Nooit heeft God van zijn woord berouw.
Steeds nieuw is zijn barmhartigheid,
die elke morgen ons verblijdt.
– Hoe heerlijk is uw trouw.
Refrein:
Hoe vriendelijk zijn over ons,
o HERE, uw gedachten.
Hoe goed is het, HEER, uw gena
in stilheid te verwachten.
3. Nu zing ik: HEER, Gij zijt voor mij
een rijk bezit, mijn vaste hoop.
En op de weg, waarlangs ik loop,
weet ik U zeer nabij.
Refrein:
Hoe vriendelijk zijn over ons,
o HERE, uw gedachten.
Hoe goed is het, HEER, uw gena
in stilheid te verwachten.
Gebed
Collecte
LB13 Gez 978:1.3.4 Aan U behoort, o Heer der Heren
1. Aan U behoort, o Heer der heren,
de aarde met haar wel en wee,
de steile bergen, koele meren,
het vaste land, de onzeek’re zee.
Van U getuigen dag en nacht.
Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.
2. Gij roept het jonge leven wakker,
een tuin bloeit rond het open graf.
Er ruisen halmen op de akker
waar zich het zaad verloren gaf.
En vele korrels vormen saam
een kostbaar brood in uwe naam.
3. Gij hebt de bloemen op de velden
met koninklijke pracht bekleed.
De zorgeloze vogels melden
dat Gij uw schepping niet vergeet.
‘t Is alles een gelijkenis
van meer dan aards geheimenis.
4. Laat dan mijn hart U toebehoren
en laat mij door de wereld gaan
met open ogen, open oren
om al uw tekens te verstaan.
Dan is het aardse leven goed,
omdat de hemel mij begroet.
Zegen – Amen
Geven:
maak uw gift over op de rekening van de diaconie van een van beide kerken.
de Rank: NL 81 RABO 0157 6741 34
Goede Herderkerk: NL 70 RABO 0159 1200 20
God ontmoeten?
De Goede Herderkerk is geopend voor jou
voor Stilte, een Gebed of een Ontmoeting.
Iedere donderdag van 9-12 uur
Iedere vrijdag van 14-16 uur.
Burg. v. Engelenweg 175 IJsselmuiden.