Kerkdienst 25 september 2022
Liturgie zondag 25 september 2022 9:30 uur.
Voorganger: Dr Jaap Dekker
Deze dienst wordt live uitgezonden via Youtube en de kerkradio.
Ga naar NGKV op youtube Ga naar de kerkradioLiturgie:
Voorzang: Opwekking 640 (Ik hef mijn ogen op naar de bergen)
Ik hef mijn ogen op naar de bergen,
waar komt mijn hulp vandaan?
Ik hef mijn ogen op naar U, Heer,
die mij bij zal staan.
Mijn hulp is van U, Heer,
die alles heeft gemaakt.
U zult voorkomen dat ik wankel of val.
U bent mijn beschermer
die over mij waakt,
die niet sluimeren of slapen zal.
Wat kan mij gebeuren
door zon of door maan?
U bent mijn schaduw,
U bent er altijd.
Bewaart heel mijn leven;
mijn komen en gaan,
U beschermt mij tot in eeuwigheid.
Mijn hulp is van U, Heer!
Mijn hulp is van U, Heer.
O, van U!
Stil gebed
Votum en groet
Zingen: Psalm 92: 1 en 2 LvdK
1. Waarlijk, dit is rechtvaardig / dat men den Heere prijst,
dat men Hem eer bewijst: / zijn naam is eerbied waardig.
Wij loven in de morgen / uw goedertierenheid,
ook als de nacht zich spreidt / houdt ons uw hand geborgen.
2. Gezegend zal Hij wezen / die ons bij name riep,
die zelf de adem schiep / waarmee Hij wordt geprezen;
laat alom musiceren, / met stem en instrument,
maak wijd en zijd bekend / de grote naam des Heeren.
Gebed
Kindermoment en kinderlied
Schriftlezing: Jeremia 14 NBV21
De grote droogte
1 Dit zijn de woorden die de HEER richtte tot Jeremia naar aanleiding van de grote droogte:
2 ‘Juda treurt, de steden kwijnen weg,
in het zwart gehuld zit de bevolking op de grond,
jammerklachten klinken uit Jeruzalem.
3 De rijken sturen hun knechten om water.
Ze komen bij de putten,
maar water vinden ze niet.
Met lege kruiken keren ze terug.
Verslagen en beschaamd
houden ze het hoofd bedekt.
4 Het land is dor en uitgedroogd,
want de regens bleven uit.
De boeren staan verslagen,
ze houden het hoofd bedekt.
5 Ja, zelfs de hinde in het veld
laat het jong dat ze wierp in de steek,
want er is geen groen.
6 Op kale heuvels happen wilde ezels
als jakhalzen naar adem.
Hun ogen breken,
want er is geen gras.’
7 ‘HEER, al getuigen onze wandaden tegen ons,
grijp toch in omwille van uw naam.
Talloze malen waren wij U ontrouw,
wij hebben tegen U gezondigd.
8 Bron van hoop voor Israël,
redder in tijden van nood,
waarom bent U als een vreemdeling in dit land,
als een reiziger die maar één nacht blijft?
9 Waarom bent U als een radeloze man,
als een soldaat die ons niet kan redden?
U bent toch in ons midden, HEER,
wij behoren U toch toe?
Laat ons niet in de steek.’
10 ‘De HEER zegt over dit volk:
Maar al te graag dwalen ze weg,
ze sparen hun voeten niet.
De HEER schept geen behagen meer in hen.
Nu brengt Hij hun wandaden in rekening,
nu bestraft Hij hun zonden.’
11 De HEER zei tegen mij: ‘Bid niet voor het welzijn van dit volk.
12 Ook al vasten ze, Ik zal niet naar hun smeekbeden luisteren. Ook al brengen ze brandoffers en graanoffers, die zullen Mij niet behagen. Ik zal hen vernietigen met het zwaard, de honger en de pest.’
13 Ik zei: ‘Ach HEER, mijn God, hun profeten verkondigen: “Het zwaard zal jullie bespaard blijven en jullie zullen geen honger lijden; Ik schenk jullie blijvende vrede in dit land.”’
14 De HEER antwoordde: ‘Die profeten verkondigen leugens, en dat in mijn naam. Ik heb hen niet gezonden, hun niets opgedragen, niet tot hen gesproken. De visioenen die ze profeteren zijn leugens, waarzeggerij, holle woorden en eigen verzinsels.
15 Daarom – dit zegt de HEER over de profeten die Ik niet gezonden heb, maar die in mijn naam profeteren dat dit land niet door het zwaard en de honger zal worden getroffen: Zij zullen zelf door het zwaard en de honger omkomen.
16 En de straten van Jeruzalem zullen bezaaid liggen met de lijken van hun toehoorders, geveld door de honger en het zwaard. Er zal niemand zijn die hen en hun vrouwen, zonen en dochters begraaft. Zo stort Ik hun eigen kwaad over hen uit.
17 Zeg tegen hen:
Laten mijn ogen vloeien van tranen,
nacht en dag.
Ogen, kom niet tot rust,
want mijn volk is deerlijk verwond,
niet te helen is zijn letsel.
18 Als ik naar de akkers ga, zie ik ze liggen,
geveld door het zwaard.
Als ik de stad in ga, zie ik ze liggen,
uitgeteerd door de honger.
Zelfs profeten, zelfs priesters
komen terecht in een onbekend land.’
19 ‘Hebt U Juda verworpen,
hebt U van de Sion een afkeer gekregen?
Waarom hebt U ons zo hard geslagen
dat er geen genezing voor ons is?
Wij hoopten op vrede, maar vrede bleef uit,
wij verwachtten genezing, maar angst overviel ons.
20 HEER, wij bekennen onze schuld,
en de schuld van onze voorouders:
wij hebben tegen U gezondigd.
21 Maar verstoot ons toch niet,
doe het niet, omwille van uw naam.
Ontluister uw troon toch niet,
denk aan uw verbond met ons, verbreek het niet.
22 Brengen die nietige goden van andere volken soms regen,
of schenkt de hemel buien uit zichzelf?
U, de HEER, onze God, doet dat toch?
Wij vestigen onze hoop op U,
want U hebt alles gemaakt.’
Zingen: Gezang 280 LvdK
1. Rechter in het licht verheven,
Koning in uw majesteit,
louter ons geringe leven,
scheld ons onze schulden kwijt,
laat uw vleug’len ons omgeven,
troost ons met uw tederheid.
2. Hoor de bittere gebeden
om de vrede die niet daagt.
Zie hoe diep er wordt geleden,
hoe het kwaad de ziel belaagt.
Zie uw mensheid hier beneden,
wat zij lijdt en duldt en draagt.
3. Houd wat Gij hebt ondernomen,
klief het duister met uw zwaard.
Kroon de menselijke dromen
met uw koninkrijk op aard.
Laat de vrede eind’lijk komen,
die uw hart voor ons bewaart.
Preek over Jeremia 14,7-9 (thema: ‘Bid zonder ophouden)
Zingen: Een toekomst vol van hoop (Sela)
1. In de nacht van strijd en zorgen
kijken wij naar U omhoog,
biddend om een nieuwe morgen,
om een toekomst vol van hoop.
2. Ook al zijn er duizend vragen,
al begrijpen wij U niet,
U blijft ons met liefde dragen,
U die alles overziet.
refrein:
U geeft een toekomst vol van hoop;
dat heeft U aan ons beloofd.
Niemand anders, U alleen,
leidt ons door dit leven heen.
3. U heeft ons geluk voor ogen.
Jezus heeft het ons gebracht.
Mens, als wij, voor ons gebroken
in de allerzwartste nacht.
refrein.
4. U bent God, de Allerhoogste,
God van onbegrensde macht.
Wij geloven en wij hopen
op het einde van de nacht.
refrein.
Leefregels
Zingen: Opwekking 805 (Maak ons hart onrustig, God)
Maak ons hart onrustig, God,
dat het ontevreden klopt
als we mooie leugens horen
en gemakkelijke woorden!
Maak ons hart onrustig, God.
Stort in ons uw tranen uit.
Mensen worden uitgebuit,
weggeschopt en opgesloten.
Zegen hen als wij hen troosten.
Stort in ons uw tranen uit.
Steek in ons uw woede aan
om het onrecht te weerstaan!
Geef ons moed om op te treden.
Laat ons vechten voor de vrede.
Steek in ons uw woede aan.
Laat ons dwaas en koppig zijn.
Laat ons doorgaan tot het eind.
Gaat het onze kracht te boven,
laat ons dan in U geloven.
Laat ons dwaas en koppig zijn.
Want het is uw koninkrijk
tot in alle eeuwigheid.
Dankgebed en voorbede
Collecte
Zingen: Psalm 146: 1 en 3 LvdK
1. Zing, mijn ziel, voor God uw Heere,
zing die u het leven geeft.
Zing, mijn ziel, uw God ter ere,
zing voor Hem zolang gij leeft.
Ziel, gij zijt geboren tot
zingen voor den Heer uw God.
3. Heil wien Jakobs God wil bijstaan,
heil die God ter hulpe riep.
Want zijn heil zal niet voorbijgaan,
God is trouw aan wat Hij schiep.
Wat in hemel, zee of aard
woont, is in zijn hand bewaard.
Zegen
Geven:
maak uw gift over op de rekening van de diaconie van een van beide kerken.
de Rank: NL 81 RABO 0157 6741 34
Goede Herderkerk: NL 70 RABO 0159 1200 20
God ontmoeten?
De Goede Herderkerk is geopend voor jou
voor Stilte, een Gebed of een Ontmoeting.
Iedere donderdag van 9-12 uur
Iedere vrijdag van 14-16 uur.
Burg. v. Engelenweg 175 IJsselmuiden.