Kerkdienst 23 april
Liturgie zondag 23 april 2023 9:30 uur.
Voorganger: Ds Johannes van Beveren
Deze dienst wordt live uitgezonden via Youtube en de kerkradio.
Ga naar NGKV op youtube Ga naar de kerkradioLiturgie 23-4-23
afkondigingen en welkom
stil gebed, votum en groet
zingen LB 632: 1-3 Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven
1. Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt en gegeven.
Laat ons Hem loven en danken, verheugd dat wij leven.
Diep in de nacht heeft Hij verlossing gebracht.
Heeft Hij ons licht aangeheven.
2. Waren wij dood door de zonde verminkt en verloren.
Doven van harte, verhard om zijn woord niet te horen.
Hij is zo groot, Hij overmande de dood.
Wij zijn in Jezus herboren.
3. Nu zend uw Geest, als een vuur, als een stem in ons midden.
Dat wij van harte elkander verstaan en beminnen.
En zo voortaan eren Gods heilige Naam.
En Hem in waarheid aanbidden.
schuldbelijdenis:
Zingen psalm 130: 1, 2, 4 (ber GK)
1. Uit diepten van ellende roep ik tot U, o HEER,
tot U die hulp kunt zenden, ik buig mij voor U neer.
Heer, neig tot mij uw oren en wil mijn klacht verstaan,
wil mijn gebed verhoren, ontferm U, zie mij aan.
2. Als U ons overtreden, o HEER, blijft gadeslaan,
de ongerechtigheden – Heer, wie zal dan bestaan?
Maar nee, daar is vergeving bij U altijd geweest,
opdat U in ons leven eerbiedig wordt gevreesd.
4. Hoopt op de HEER, gij vromen. Is Israël in nood,
er zal verlossing komen, Gods goedheid is zeer groot.
Hij hoort naar uw gebeden, blijft Israël nabij.
Van ongerechtigheden maakt Hij zijn volk weer vrij.
genadeverkondiging: 1 joh 3
1 Bedenk toch hoe groot de liefde is die de Vader ons heeft geschonken! Wij worden kinderen van God genoemd, en dat zijn we ook. Dat de wereld ons niet kent, komt doordat de wereld Hem niet kent.
2 Geliefde broeders en zusters, wij zijn nu al kinderen van God. Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar we weten dat we aan Hem gelijk zullen zijn wanneer Hij zal verschijnen, want dan zien we Hem zoals Hij is.
3 Ieder die dit vol vertrouwen van Hem verwacht maakt zich rein, zoals ook Jezus rein is.
4 Ieder die zondigt overtreedt Gods wet, want zondigen is Gods wet overtreden.
5 U weet dat Jezus verschenen is om de zonden weg te nemen; er is in Hem geen zonde.
6 Ieder die in Hem blijft, zondigt niet. Ieder die zondigt, heeft Hem nooit gezien en kent Hem niet.
7 Kinderen, laat niemand u misleiden: wie rechtvaardig leeft is een rechtvaardige, zoals ook Jezus rechtvaardig is,
8 en wie zondigt komt uit de duivel voort, want de duivel zondigt al vanaf het begin. De Zoon van God is dan ook verschenen om de daden van de duivel teniet te doen.
9 Wie uit God geboren is zondigt niet, want Gods zaad is blijvend in hem. Zo iemand kán zelfs niet zondigen, want hij is uit God geboren.
10 Hieraan is te zien wie kinderen van God en wie kinderen van de duivel zijn: wie niet rechtvaardig leeft, komt niet uit God voort. Hetzelfde geldt voor wie zijn broeder of zuster niet liefheeft.
Heb elkaar lief
11 Dit is immers wat u vanaf het begin hebt horen verkondigen: dat we elkaar moeten liefhebben
12 en niet moeten doen zoals Kaïn, die voortkwam uit hem die het kwaad zelf is, en zijn broer doodsloeg. En waarom sloeg hij hem dood? Omdat zijn eigen daden slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig.
13 Wees niet verbaasd, broeders en zusters, als de wereld u haat.
14 Wij weten dat we van de dood zijn overgegaan naar het leven omdat we elkaar liefhebben. Wie niet liefheeft blijft in de dood.
15 Ieder die zijn broeder of zuster haat, is een moordenaar, en u weet dat een moordenaar het eeuwige leven niet blijvend in zich heeft.
16 Wat liefde is, hebben we geleerd van Hem die zijn leven voor ons gegeven heeft. Daarom horen ook wij ons leven te geven voor onze broeders en zusters.
17 Hoe kan Gods liefde in iemand blijven die genoeg heeft om van te bestaan maar zijn hart sluit voor een broeder of zuster die hij gebrek ziet lijden?
18 Kinderen, we moeten niet liefhebben met de mond, met woorden, maar waarachtig, met daden.
19 Dan weten we dat we voortkomen uit de waarheid en kunnen we met een gerust hart voor God staan.
20 En zelfs als ons hart ons aanklaagt: God is groter dan ons hart, Hij weet alles.
21 Geliefde broeders en zusters, als ons hart ons niet aanklaagt, kunnen we ons vol vertrouwen tot God wenden
22 en ontvangen we van Hem wat we maar vragen, omdat we ons aan zijn geboden houden en doen wat Hij wil.
23 Dit is zijn gebod: dat we geloven in de naam van zijn Zoon Jezus Christus en elkaar liefhebben, zoals Hij ons heeft opgedragen.
24 Wie zich aan zijn geboden houdt blijft in God, en God blijft in hem. Dat Hij in ons blijft, weten we door de Geest die Hij ons heeft gegeven.
zingen psalm 136: 1 (ber LB)
1. Looft den Heer, want Hij is goed,
trouw in alles wat Hij doet.
Want zijn goedertierenheid
zal bestaan in eeuwigheid.
bidden
kindmoment
lezen Job 1: 1-9
Jobs beproeving
1 In het land Us woonde een man die Job heette. Hij was rechtschapen en onberispelijk, hij had ontzag voor God en meed het kwaad.
2 Job had zeven zonen en drie dochters.
3 Hij bezat zevenduizend schapen en geiten, drieduizend kamelen, vijfhonderd span runderen, vijfhonderd ezelinnen en een groot aantal slaven en slavinnen. Hij was de aanzienlijkste man van het Oosten.
4 Zijn zonen hadden de gewoonte om de beurt een feest te geven, ieder in zijn eigen huis, en nodigden dan hun drie zussen uit om bij hen te komen eten en drinken.
5 Wanneer zo’n feest voorbij was, liet Job zijn kinderen bij zich komen voor een reinigingsritueel. Hij stond dan ’s ochtends vroeg op om voor elk van hen een offer te brengen, want hij dacht bij zichzelf: Misschien hebben mijn kinderen wel gezondigd en God in hun hart vervloekt. Job deed dit telkens weer.
6 Op een dag kwamen de hemelbewoners hun opwachting maken bij de HEER, en ook de satan bevond zich onder hen.
7 De HEER vroeg hem: ‘Waar kom je vandaan?’ Hij antwoordde: ‘Ik heb rondgezworven en rondgedoold op aarde.’
8 De HEER vroeg aan de satan: ‘Heb je ook op mijn dienaar Job gelet? Zoals hij is er niemand op aarde: hij is rechtschapen en onberispelijk, hij heeft ontzag voor God en mijdt het kwaad.’
9 De satan antwoordde de HEER: ‘Zou Job werkelijk zonder reden zoveel ontzag voor God hebben?
Lezen Job 16
Jobs antwoord op Elifaz’ tweede betoog
1 Hierop antwoordde Job:
2 ‘Dit soort dingen heb ik al zo vaak gehoord,
niets dan ellende brengt mij jullie troost.
3 Een eindeloze stroom van lege woorden!
Wat drijft jou ertoe zo tegen mij te spreken?
4 Zaten jullie op mijn plaats,
ik zou hetzelfde tegen jullie inbrengen;
ik zou een lange redevoering houden,
meewarig schuddend met mijn hoofd.
5 Toch zou ik jullie moed inspreken,
mijn woorden zouden mild en troostend zijn.
6 Niets verzacht mijn pijn wanneer ik spreek,
en als ik zweeg, zou die dan weggaan?
7 Maar nu heeft Hij mijn krachten uitgeput.
U hebt al mijn naasten weggevaagd!
8 U hebt mij aangetast, en dat spreekt tegen mij.
Mijn ziekte teert mij uit, daarmee word ik aangeklaagd.
9 Zijn woede verscheurt me, Hij valt aan,
tandenknarsend staat Hij tegenover me,
mijn vijand – Hij richt zijn stekende blik op mij.
10 Men spert de mond open, schreeuwt me toe,
slaat me schimpend op de wang,
allen spannen samen tegen mij.
11 God levert me uit aan het gespuis,
Hij geeft mij over aan de goddelozen.
12 Ik leefde onbedreigd, maar Hij heeft me gebroken.
Hij grijpt me bij de nek, Hij smijt me neer.
Hij dwingt me op te staan – zijn doelwit.
13 Zijn pijlen richten zich op mij van alle kanten,
Hij doorboort mijn nieren, zonder enig medelijden,
Hij giet mijn gal uit op de grond.
14 Bres na bres slaat Hij in mij,
Hij neemt een stormloop als een krijgsman.
15 Met een rouwkleed heb ik mij bedekt,
mijn aanzien ligt begraven in het stof.
16 Mijn gezicht ziet rood van tranen,
over mijn ogen daalt de diepste duisternis,
17 al kleeft aan mijn handen geen geweld,
al zijn mijn gebeden zuiver.
18 Aarde, dek mijn bloed niet toe,
laat mijn jammerklacht geen rustplaats vinden.
19 Maar nog heb ik in de hemel mijn getuige,
nog heb ik daar mijn pleitbezorger.
20 Zijn mijn vrienden soms mijn voorspraak?
Nee, in tranen zien mijn ogen op naar God.
21 Laat Hij oordelen tussen mens en God,
zoals tussen een mens en zijn gelijke.
22 Nog enkele jaren resten mij,
voor ik het pad zal gaan waarlangs ik niet terugkeer.
Lezen Jakobus 5:7-11
Bemoediging en raadgevingen
7 Heb geduld, broeders en zusters, tot de Heer komt. Denk eens aan de boer, die geduldig blijft wachten op de kostbare opbrengst van zijn land, tot de regens van najaar en voorjaar zijn gevallen.
8 Wees net zo geduldig en houd moed, want de Heer zal spoedig komen.
9 Klaag niet over elkaar, broeders en zusters, want daarmee roept u het oordeel over u af. Bedenk dat de rechter voor de deur staat.
10 Neem een voorbeeld aan het geduldige lijden van de profeten die in de naam van de Heer spraken.
11 Degenen die standhielden prijzen we gelukkig! U hebt gehoord hoe standvastig Job was, en u weet welke uitkomst de Heer gaf; de Heer is immers liefdevol en barmhartig.
Zingen 86: 1, 2 (ber LB)
1. Hoor mij, Heer, wil antwoord zenden,
zie mijn bittere ellende.
Hoed mijn leven, U gewijd,
stel uw knecht in veiligheid.
Heer mijn God, wees mij genadig,
want ik roep tot U gestadig.
Stel mij in het blijde licht,
want ik zoek uw aangezicht.
2. Ja tot U hef ik mijn leven,
Gij zijt mild om te vergeven,
rijk in goedertierenheid
voor een hart dat tot U schreit.
Heer, neem mijn gebed ter ore,
wil mijn luide smeken horen.
In het bitterste getij
roep ik en Gij antwoordt mij.
verkondiging
zingen LB 653: 1, 4, 7 U kennen, uit en tot U leven
1. U kennen, uit en tot U leven,
Verborgene die bij ons zijt,
zolang ons ‘t aanzijn is gegeven,
de aarde en de aardse tijd,
o Christus, die voor ons begin
en einde zijt, der wereld zin!
4. U kennen, uit en tot U leven,
Verborgene die bij ons zijt,
zolang ons ‘t aanzijn is gegeven,
de aarde en de aardse tijd,
o Christus, die voor ons begin
en einde zijt, der wereld zin!
7. U kennen, uit en tot U leven,
Verborgene die bij ons zijt,
zolang ons ‘t aanzijn is gegeven,
de aarde en de aardse tijd,
o Christus, die voor ons begin
en einde zijt, der wereld zin!
bidden
geven
leefregel
zingen opw 687 Heer wijs mij uw weg
1. Heer, wijs mij uw weg
en leid mij als een kind
dat heel de levensweg
slechts in U richting vindt.
Als mij de moed ontbreekt
om door te gaan,
troost mij dan liefdevol en moedig mij weer aan.
2. Heer, leer mij uw weg,
die zuiver is en goed.
Uw woord is onderweg
als een lamp voor mijn voet.
Als mij het zicht ontbreekt,
het donker is,
leid mij dan op uw weg, de weg die eeuwig is.
3. Heer, leer mij uw wil
aanvaarden als een kind
dat blindelings en stil
U vertrouwt, vrede vindt.
Als mij de wil ontbreekt
uw weg te gaan,
spreek door uw Woord en
Geest mijn hart en leven aan.
4. Heer toon mij uw plan;
maak door uw Geest bekend
hoe ik U dienen kan
en waarheen U mij zendt.
Als ik de weg niet weet,
de hoop opgeef,
toon mij dat Christus heel
mijn weg gelopen heeft.
zegen
Geven:
maak uw gift over op de rekening van de diaconie van een van beide kerken.
de Rank: NL 81 RABO 0157 6741 34
Goede Herderkerk: NL 70 RABO 0159 1200 20