Kerkdienst 20 augustus 2023
Liturgie zondag 20 augustus 2023 9:30 uur.
Voorganger: Ds Johannes van Beveren
Deze dienst wordt live uitgezonden via Youtube en de kerkradio.
Ga naar NGKV op youtube Ga naar de kerkradioLiturgie IJsselmuiden 20 augustus AD
Welkom en afkondigingen,
Stil gebed en votum (gez)
groet en amen (gez)
zingen psalm 89: 1, 7 (ber LB)
1. Ik zal zo lang ik leef bezingen in mijn lied
des Heeren milde gunst, het werk aan ons geschied.
Mijn mond verkondigt, Heer, aan komende geslachten
hoe Gij uw trouw betoont aan hen die U verwachten.
Uw goedertierenheid rijst op en gaat zich welven,
een altijd veilig huis, vast als de hemel zelve.
7. Hoe zalig is het volk dat U de lofzang zingt,
dat uitbreekt in gejuich als de bazuin weerklinkt.
Uw lichtend aangezicht zal altijd hen geleiden.
Zij zullen in uw naam zich dag aan dag verblijden,
zij gaan in vrede voort, zij wandlen voor uw ogen,
want uw rechtvaardigheid zal hen voorgoed verhogen.
bidden
Lezen: Ezra 1: 1-4
Opdracht tot herbouw van de tempel
1 In het eerste regeringsjaar van Cyrus, de koning van Perzië, liet de HEER in vervulling gaan wat Hij bij monde van Jeremia had voorzegd. Hij zette de koning ertoe aan om in zijn hele koninkrijk mondeling en ook schriftelijk het volgende besluit bekend te laten maken:
2 ‘Dit zegt Cyrus, de koning van Perzië: Alle koninkrijken van de aarde heeft de HEER, de God van de hemel, mij gegeven. Hij heeft mij opgedragen om voor Hem een tempel te bouwen in Jeruzalem, dat in Juda ligt.
3 Laten al diegenen onder u die tot zijn volk behoren, zich met de hulp van hun God naar Jeruzalem in Juda begeven om er de tempel van de HEER weer op te bouwen, de God van Israël, de God die in Jeruzalem woont.
4 Allen die hier nog als vreemdeling verblijven, waar zij zich ook mogen bevinden, dienen van hun medeburgers ondersteuning te krijgen in de vorm van zilver, goud, goederen en vee, naast de bijdragen die vrijwillig worden afgestaan voor de tempel van de God die in Jeruzalem woont.’
Lezen: Ezra 3:1-6 en 3:10-13
Begin van de herbouw van de tempel
1 Aan het begin van de zevende maand, toen de Israëlieten zich in hun steden hadden gevestigd, verzamelde het voltallige volk zich in Jeruzalem.
2 Jesua, de zoon van Josadak, en zijn medepriesters, en Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, en zijn verwanten, bouwden het altaar van de God van Israël, om daarop te kunnen offeren zoals is voorgeschreven in de wet van Mozes, de godsman.
3 Ze richtten het altaar op, op zijn oude fundamenten, en offerden aan de HEER, want de bevolking van het land boezemde hun angst in. Ze droegen ’s morgens en ’s avonds brandoffers op,
4 en vierden het Loofhuttenfeest volgens de voorschriften: elke dag brachten ze het vereiste aantal brandoffers, zo veel offers dus als er voor iedere dag zijn voorgeschreven.
5 Van toen af aan brachten ze ook het dagelijkse offer, het offer op nieuwemaan en de offers bij alle andere heilige hoogtijdagen van de HEER, en verder alle vrijwillige gaven aan de HEER.
6 Al vanaf de eerste dag van de zevende maand droegen ze brandoffers op aan de HEER, ook al was de fundering van het heiligdom van de HEER nog niet gelegd.
10 Terwijl de bouwers de fundering van het heiligdom van de HEER legden, stelden de priesters, gekleed in ambtsgewaad, zich op met trompetten, en de Levieten, de nakomelingen van Asaf, stelden zich op met cimbalen, om de HEER te prijzen volgens de aanwijzingen van David, de koning van Israël.
11 Zij dankten en prezen de HEER, en ze zongen in beurtzang: ‘Hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw aan Israël.’ Heel het volk begon daarop luid te juichen en de HEER te prijzen omdat de fundering van de tempel van de HEER werd gelegd.
12 Veel priesters, Levieten en familiehoofden, de ouderen die de eerste tempel nog hadden gezien, huilden luid toen voor hun ogen de fundering van de tempel werd gelegd, maar vele anderen juichten en jubelden.
13 Juichen en huilen waren niet meer te onderscheiden, het rumoer was zo luid dat het tot op grote afstand te horen was.
Lezen: Ezra 6:19-22
19 De teruggekeerde ballingen vierden Pesach op de veertiende dag van de eerste maand.
20 De priesters en de Levieten hadden zich allemaal gereinigd, zij allen waren rein. Ze slachtten het pesachlam voor alle ballingen, voor hun medepriesters, en voor zichzelf.
21 De Israëlieten die teruggekeerd waren uit de ballingschap aten het pesachlam, en datzelfde deden ook al degenen die zich hadden afgekeerd van de onreinheid van de plaatselijke bevolking en zich bij de Israëlieten hadden aangesloten om de HEER, de God van Israël, te vereren.
22 Vol blijdschap vierden ze het feest van het Ongedesemde brood, zeven dagen lang, want de HEER had hen met vreugde vervuld: Hij had de koning van Assyrië tot andere gedachten jegens hen gebracht, zodat de koning hen steunde bij het werk aan de tempel van God, de God van Israël.
zingen psalm 89: 14, 17 (ber LB)
14. En toch, en toch hebt Gij verstoten en gesmaad
den koning die Gij zelf gezalfd hebt naar uw raad,
toch toornt Gij op uw knecht, hij is van U verstoken,
zijn kroon ligt in het stof, zijn sterkte is gebroken.
Geen wal, geen toren weert de plunderende bende.
Het nabuurvolk bespot zijn bittere ellende.
17. O laat ons, Heere God, niet vallen uit uw hand.
Doe ook voor ons geslacht uw oude woord gestand.
Waar is uw gunst, o God, het heil van lang geleden,
aan Davids huis verpand met goddelijke eden ?
Erbarm U over ons, wil onze smaad gedenken,
de hoon waarmee ons thans de grote volken krenken.
verkondiging
zingen opw 798 Wij zijn het volk van God
Wij zijn het volk van God
Wij zijn als vreemdelingen hier met elkaar
Een leven lang te gast
Er ligt een hemels vaderland voor ons klaar
Houd vol, houd vol
Hij laat niet los
Het is een zegetocht
Van heiligen en twijfelaars bij elkaar
Maar kijk, wij lopen nog
Wij lopen wat God heeft beloofd achterna
Houd vol, houd vol
Hij laat niet los
God is voor ons, God is naast ons
God is altijd om ons heen
Laat maar komen wat hierna komt
Want Hij laat ons nooit alleen
En nu wij zijn omringd
Door zoveel helden die ons voor zijn gegaan
Nu geven wij niet op
Het zijn de schouders waarop wij mogen staan
Houd vol, houd vol
Hij laat niet los
God is voor ons, God is naast ons
God is altijd om ons heen
Laat maar komen wat hierna komt
Want Hij laat ons nooit alleen
Hij laat ons nooit alleen
Houd vol, houd vol
Hij laat niet los
God is voor ons, God is naast ons
God is altijd om ons heen
Laat maar komen wat hierna komt
Want Hij laat ons nooit alleen
leefregel mat 6:19-34
19 Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde: mot en roest vreten ze weg en dieven breken in om ze te stelen.
20 Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen.
21 Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.
22 Het oog is de lamp van het lichaam. Dus als je oog helder is, zal heel je lichaam verlicht zijn.
23 Maar als je oog troebel is, zal er in heel je lichaam duisternis zijn. Als het licht in jezelf verduisterd is, hoe groot is dan die duisternis!
24 Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon.
25 Daarom zeg Ik jullie: maak je geen zorgen over je leven, over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam, over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding?
26 Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren; het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij?
27 Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één dag aan zijn levensduur toevoegen?
28 En wat maken jullie je zorgen over kleding? Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken niet en weven niet.
29 Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen.
30 Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zoveel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal Hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen?
31 Vraag je dus niet bezorgd af: Wat zullen we eten? of: Wat zullen we drinken? of: Waarmee zullen we ons kleden? –
32 dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben.
33 Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.
34 Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
zingen psalm 37: 1, 11 (ber GK)
1. Wees niet jaloers op hen die onrecht plegen,
vreugd in het kwaad bedrijven duurt maar kort.
Zie niet afgunstig naar verboden wegen,
want zondaars zijn als gras dat weer verdort.
Zij zijn als kruid dat bloeit door frisse regen,
maar dan verwelkt en snel vernietigd wordt.
11. Wijk van het kwaad en houd de goede wegen,
dan woont u blijvend op uw grondgebied.
Uw God bemint het recht en schenkt zijn zegen,
zijn trouw verlaat zijn gunstgenoten niet.
Hij hoedt zijn volk, al is de nood gestegen,
het nageslacht der bozen gaat teniet.
bidden
zingen GK 211 wij knielen voor uw zetel neer
1. Wij knielen voor uw zetel neer,
wij, Heer, en al uw leden,
en eren U als onze Heer
met lied’ren en gebeden.
Dat alle macht, hoe hoog, hoe groot,
voor U, o Godsgetuige,
o Eerstgeboren’ uit de dood
zich diep eerbiedig buige!
2. Die ons, gereinigd door uw bloed,
tot priesters hebt verheven,
en ons de hoge rang, de moed
van koningen gegeven,
U zij de roem, U zij de lof,
U de eerkroon opgedragen!
Geheel de aard’ en ‘t hemelhof
moet van uw eer gewagen.
3. U, die als Heer der heerlijkheid
verreest tot heil der volken,
verwachten wij in majesteit
eens weder op de wolken.
Hij komt, elks oog zal Hem dan zien,
ook die Hem heeft doorsteken!
Elk zal Hem juichend hulde bien
of om ontferming smeken.
4. Hoe ras of traag de tijd verdwijnt,
die dag zal zeker komen.
Het licht, dat aan de kim verschijnt,
wordt reeds van ver vernomen.
Ja, halleluja, ja Hij komt!
Juicht, mensen, eng’len, samen.
Juicht met een vreugd, die ‘t al verstomt,
juicht allen! Amen, amen!
zegen en amen (gez)
Geven:
maak uw gift over op de rekening van de diaconie van een van beide kerken.
de Rank: NL 81 RABO 0157 6741 34
Goede Herderkerk: NL 70 RABO 0159 1200 20