Kerkdienst 17 maart
Kerkdienst zondag 17 maart 2024 9:30 uur.
Voorganger: Ds A. Kramer
Deze dienst wordt live uitgezonden via Youtube en de kerkradio.
Ga naar NGKV op youtube Ga naar de kerkradioWelkom
Votum en zegengroet
Psalm 24: 1, 2, 5 (Nieuwe psalmberijming)
1. De aarde is met al wat leeft,
met alles wat Hij adem geeft,
van Hem, de HEER, de hoogste koning.
Hij laat het land onwrikbaar staan,
oprijzend uit de oceaan.
Zijn macht geeft mens en dier een woning.
2. Wie mag Gods tempel binnengaan?
Wie kan er op zijn hoogte staan?
Wie zal Hem op zijn berg vereren?
Hij die een zuiver leven leidt,
die leugens en bedrog vermijdt
en nooit een valse eed zal zweren.
5. Kom, poorten, hef je oude boog!
Maak nu de doorgang wijd en hoog;
geef ruimte aan de grote koning.
Wie is die vorst vol majesteit?
De HEER die hemellegers leidt.
Hij komt vol glorie naar zijn woning.
Gebed
Kindmoment en Kinderlied
Klik hier voor het kinderwerkje
Inl. op lezing.
Lezen: Markus 8: 27-9: 1
Wie is Jezus?
27 Jezus vertrok met zijn leerlingen naar de dorpen in de buurt van Caesarea Filippi. Onderweg vroeg Hij aan zijn leerlingen: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’
28 Ze antwoordden: ‘Johannes de Doper, en anderen zeggen Elia, en weer anderen zeggen dat U een van de profeten bent.’
29 Toen vroeg Hij hun: ‘En jullie, wie zeggen jullie dat Ik ben?’ Petrus antwoordde: ‘U bent de messias.’
30 Hij verbood hun uitdrukkelijk om met iemand hierover te spreken.
31 Hij begon hun te leren dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden en door de oudsten van het volk, de hogepriesters en de schriftgeleerden verworpen zou worden, en dat Hij gedood zou worden, maar drie dagen later zou opstaan;
32 Hij sprak hierover in alle openheid. Toen nam Petrus Hem apart en begon Hem fel terecht te wijzen.
33 Maar Hij draaide zich om, keek zijn leerlingen aan en wees Petrus streng terecht met de woorden: ‘Ga terug, Satan, achter Mij! Jij denkt niet aan wat God wil, maar alleen aan wat mensen willen.’
34 Hij riep de menigte samen met de leerlingen bij zich en zei: ‘Wie achter Mij aan wil komen, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en Mij volgen.
35 Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en het evangelie, zal het behouden.
36 Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als dat ten koste gaat van zijn leven?
37 Wat kan hij geven in ruil voor zijn leven?
38 Als iemand zich tegenover de trouweloze en zondige mensen van deze tijd schaamt voor Mij en mijn woorden, zal de Mensenzoon zich ook voor hem schamen, wanneer Hij komt in het gezelschap van de heilige engelen en bekleed met de stralende luister van zijn Vader.’
1 En Hij eindigde met de woorden: ‘Ik verzeker jullie: sommigen die hier aanwezig zijn zullen de dood niet ervaren voordat ze het koninkrijk van God hebben zien komen in al zijn kracht.’
Zingen: Psalm 40: 3 (GKB/LB)
3. Het is geen offervuur wat U behaagt,
Gij wilt, Heer, dat ik naar U hoor,
en zelf ontsluit Gij mij het oor:
Gij hebt alleen gehoorzaamheid gevraagd.
Mijn God, ik draag uw wetten,
om op uw wil te letten,
gedurig bij mij om.
Het boek schrijft over mij.
Gij hoordet hoe ik zei:
“O Here, zie, ik kom!”
Tekst: Markus 9: 2-13
Een stem uit de hemel
2 Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze helemaal alleen waren. Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante,
3 zijn kleren gingen helder wit glanzen, zo wit als geen enkele wolwasser op aarde voor elkaar zou kunnen krijgen.
4 Toen verscheen Elia aan hen, samen met Mozes, en ze spraken met Jezus.
5 Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: ‘Rabbi, het is goed dat wij hier zijn; laten we drie tenten maken, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia.’
6 Hij wist niet goed wat hij moest zeggen, want ze waren door schrik overweldigd.
7 Toen kwam er een wolk, die hen overdekte, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, luister naar Hem!’
8 Ze keken om zich heen en zagen opeens niemand meer, behalve Jezus, die nog bij hen stond.
9 Toen ze de berg afdaalden, zei Hij tegen hen dat ze aan niemand mochten vertellen wat ze hadden gezien voordat de Mensenzoon uit de dood zou zijn opgestaan.
10 Ze namen zijn woorden ter harte, maar vroegen zich onder elkaar wel af wat Hij bedoelde met deze opstanding uit de dood.
11 Ze vroegen Hem: ‘Waarom zeggen de schriftgeleerden dat Elia eerst moet komen?’
12 Hij antwoordde: ‘Elia komt inderdaad eerst en herstelt alles, maar over de Mensenzoon staat toch geschreven dat Hij veel moet lijden en met verachting behandeld zal worden?
13 Ik zeg jullie: Elia is al gekomen, en ze hebben met hem gedaan wat ze wilden, zoals over hem geschreven staat.’
Preek
Zingen: Liedboek 545 Christus staat in majesteit
1. Christus staat in majesteit
door een stralenkrans omgeven
op de berg der heerlijkheid,
licht uit licht en eeuwig leven.
Halleluja.
2. Mozes en Elia zijn
zijn getuigen, want zij weten:
Hij voltooit de lange lijn
van de wet en de profeten.
Halleluja.
3. Daarom spreken zij met Hem
van zijn uitgang en zijn lijden
later te Jeruzalem
in de volheid van de tijden.
Halleluja.
4. Uit de hemel komt een stem
die het visioen komt schragen:
Deze is mijn Zoon; op Hem
rust mijn eeuwig welbehagen.
Halleluja.
Wet: Tien woorden – Rom. 12: 1, 2
Leef volgens de wil van God
1 Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen. Dat is de ware eredienst die van u wordt gevraagd.
2 U moet uzelf niet aanpassen aan deze wereld, maar u veranderen door uw gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God wil en wat goed, volmaakt en Hem welgevallig is.
Zingen: Liedboek 834 Vernieuw Gij mij,
1. Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht!
God, laat mij voor uw aangezicht,
geheel van U vervuld en rein,
naar lijf en ziel herboren zijn.
2. Schep, God, een nieuwe geest in mij,
een geest van licht, zo klaar als Gij;
dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt
en ga de weg die U behaagt.
3. Wees Gij de zon van mijn bestaan,
dan kan ik veilig verder gaan,
tot ik U zie, o eeuwig Licht,
van aangezicht tot aangezicht.
Gebed
Collecte
Zingen: Opw. 520 Wees mijn verlangen.
Wees mijn verlangen, o Heer van mijn hart,
leer mij U kennen in vreugde en smart.
Laat mijn gedachten op U zijn gericht;
wakend of slapend, vervuld van uw licht.
Geef mij uw wijsheid, uw woorden van eer,
dat ik in U blijf en U in mij Heer,
U als mijn Vader en ik als uw kind
dat in uw armen geborgenheid vindt,
Geef mij uw schild en uw zwaard in de strijd,
maak mij tot machtige daden bereid.
Wees als een burcht, als een toren van kracht,
wijs mij omhoog waar uw liefde mij wacht.
Wat baat mij rijkdom of eer van een mens:
bij U te wonen is al wat ik wens,
met als beloning dat ik op U lijk;
Hemelse Koning, pas dan ben ik rijk.
Hemelse Koning, die het kwaad overwon,
als ik daar kom in het licht van uw zon,
stralend van vreugde, getooid als een bruid,
gaat mijn verlangen nog meer naar U uit.
Stralend van vreugde, getooid als een bruid,
gaat mijn verlangen nog meer naar U uit.
Zegen.
Geven:
maak uw gift over op de rekening van de diaconie van een van beide kerken.
de Rank: NL 81 RABO 0157 6741 34
Goede Herderkerk: NL 70 RABO 0159 1200 20