Kerkdienst 15 september
Kerkdienst zondag 15 september 2024 9:30 uur.
Voorganger: Ds H. Ruiter.
Deze dienst wordt live uitgezonden via Youtube en de kerkradio.
Ga naar NGKV op youtube Ga naar de kerkradioLiturgie
Welkom en mededelingen
zingen Lied 796: 1 en 3 (U, Here Jezus roep ik aan)
1. U Here Jezus roep ik aan,
U bid ik, hoor mijn klagen.
O God als Gij mij bij wilt staan
dan zal ik niet versagen.
Leer mij geloven recht en rein,
ik bid U, wil mij geven
zo te leven,
met mensen mens te zijn,
uw woord in ‘t hart geschreven.
3. Laat Heer van U geen lust, geen pijn
mij in de wereld scheiden
dat ik in ‘t einde sterk mag zijn,
mij door uw hand laat leiden
en gaan met U het leven in,
dat ik door U zal erven
en verwerven.
Het einde is begin.
Gij redt ons van het sterven.
Groet – votum- verootmoediging (gesproken door voorganger)
zingen Opw 715 (Wat hou ik van uw huis)
Wat hou ik van Uw huis
Heer van de hemelse legers.
Ik kan zo sterk verlangen naar
de binnenpleinen van de Heer.
Diep in mijn lijf is zo’n heimwee,
zo’n blijvende schreeuw om de Levende God.
Een vogel is er thuis,
Heer van de hemelse legers.
Een zwaluw voedt haar jongen op
bij U onder de pannen, God.
Wonen bij U is een zegen,
zo’n blijvende kans om te zingen voor U.
Gelukkig wie naar U
vol van verlangen op weg zijn,
zelfs in het dorre bomendal
zien zij een bron en regenval,
gaan zij van zegen tot zegen,
naar God die verschijnt in Zijn heilige stad.
Ach hoor en kijk naar mij,
Heer van de hemelse legers.
Ja liever één dag dicht bij U
dan duizend dagen zonder U.
Liever bij U aan de drempel
dan binnen te zijn in een duistere tent.
De Heer beveiligt ons,
eer en geluk zal Hij geven
Hij heeft Zijn liefde nooit ontzegd
aan mensen, eerlijk onderweg.
Heer van de Hemelse legers,
gelukkig zijn zij die vertrouwen op U.
Wat hou ik van Uw huis!
Gebed bij de opening van het Woord
Kindermoment en kinderlied
Lezing Jesaja 45: 20-25
20 Laten wie uit de volken zijn ontkomen zich verzamelen,
laat hen allen naderbij komen.
Wie een houten godenbeeld ronddraagt, heeft geen verstand.
Wie bidt er nu tot een god die niet redt?
21 Kom hier, overleg met elkaar en vertel:
Wie heeft dit van meet af aan laten horen,
wie heeft het lang tevoren aangekondigd?
Was Ik dat niet, de HEER?
Buiten Mij is er geen god.
Alleen Ik ben een rechtvaardige God,
alleen Ik breng redding.
22 Keer terug naar Mij en laat je redden,
ook jullie aan de einden der aarde;
want Ik ben God, er is geen ander.
23 Ik heb bij mijzelf gezworen:
Uit mijn mond komt gerechtigheid voort,
een woord dat Ik spreek wordt niet herroepen.
Voor Mij zal elke knie zich buigen
en elke tong zal bij Mij zweren.
24 ‘Alleen bij de HEER,’ zal men zeggen,
‘is gerechtigheid en macht te vinden.’
Allen die zich tegen Hem keerden
zullen tot Hem komen en beschaamd staan.
25 Heel het nageslacht van Israël
zal bij de HEER recht vinden
en zich gelukkig prijzen.
Zingen Psalm 123: 1 en 2 (tot U die zetelt in de hemel hoog)
1. Tot U, die zetelt in de hemel hoog,
hef ik vol hoop mijn oog.
Zoals een knecht let op zijns heren wenken
of hij zijn gunst wil schenken,
zoals het oog der dienstmaagd vol vertrouwen
rust op de hand der vrouwe,
zo zien wij op tot God, den Heer, tot Hij
ons weer genadig zij.
2. Wees ons nabij, wees ons nabij, ons lot
stelt ons voor elk ten spot.
Ons hart walgt van de hoogmoed der gerusten,
de trots der zelfbewusten.
Wij zijn reeds lang verzadigd van verachting
en hebben geen verwachting,
tenzij van U: o Heer, neem weg de smaad,
verlos ons van dit kwaad.
Lezing Marcus 9: 14-29 (tevens tekst voor de verkondiging)
Geloof en ongeloof
14 Toen ze terugkwamen bij de andere leerlingen, zagen ze een grote menigte om hen heen staan. Er waren ook schriftgeleerden bij, die met hen aan het discussiëren waren.
15 De mensen waren verbaasd toen ze Hem zagen, en liepen meteen naar Hem toe om Hem te begroeten.
16 Hij vroeg hun: ‘Waarover zijn jullie met hen aan het discussiëren?’
17 Iemand uit de menigte antwoordde: ‘Meester, ik heb mijn zoon naar U gebracht omdat hij door een geest bezeten is en niet kan praten;
18 steeds wanneer de geest hem overweldigt, gooit die hem op de grond, en dan komt het schuim hem op de mond te staan, hij knarst met zijn tanden en wordt helemaal stijf. Ik zei tegen uw leerlingen dat ze hem moesten uitdrijven, maar dat konden ze niet.’
19 Hij zei tegen hen: ‘Wat zijn jullie toch een ongelovig volk, hoe lang moet Ik nog bij jullie blijven? Hoe lang moet Ik jullie nog verdragen? Breng hem bij Me.’
20 Ze brachten de jongen bij Hem. Toen de geest Hem zag, deed hij de jongen meteen stuiptrekken, en met het schuim op de lippen viel hij op de grond en rolde heen en weer.
21 Jezus vroeg aan zijn vader: ‘Hoe lang heeft hij hier al last van?’ Hij antwoordde: ‘Al vanaf zijn vroegste jeugd,
22 en hij heeft hem zelfs vaak in het vuur gegooid en in het water met de bedoeling hem te doden; maar als U iets kunt doen, heb dan medelijden met ons en help ons.’
23 Toen zei Jezus tegen hem: ‘Of Ik iets kan doen? Alles is mogelijk voor wie gelooft.’
24 Meteen riep de vader van het kind uit: ‘Ik geloof! Kom mijn ongeloof te hulp.’
25 Toen Jezus zag dat er een grote groep mensen toestroomde, sprak Hij de onreine geest streng toe en zei: ‘Geest die doof en stom maakt, Ik gebied je: ga uit hem weg en keer niet meer in hem terug.’
26 Onder geschreeuw en met hevige stuiptrekkingen ging hij uit hem weg; de jongen bleef voor dood achter, zodat de mensen zeiden dat hij was gestorven.
27 Maar Jezus pakte hem bij de hand om hem overeind te helpen en hij stond op.
28 Hij ging een huis in, en toen ze weer alleen waren, vroegen zijn leerlingen Hem: ‘Waarom konden wij die geest niet uitdrijven?’
29 Hij antwoordde: ‘Dit soort kan alleen door gebed worden uitgedreven.’
Zingen lied 864: 1.4 en 5 (Laat ons de Heer lofzingen)
1. Laat ons de Heer lofzingen,
juicht, al wie bij Hem hoort!
Hij zal met trouw omringen
wie steunen op zij woord.
Al moet ge hier ook dragen
veel duisternis en dood,
gij hoeft niet te versagen,
Hij redt uit alle nood.
4. Daarom dan niet versagen,
maar moedig verder gaan!
De Heer doet redding dagen,
Hij trok uw lot zich aan.
Wie lijdt, God zal het merken,
‘t is alles Hem bekend;
Hij zal zijn kindren sterken
met woord en sacrament.
5. Daarom lof zij de Here,
in wie ons heil bestaat,
Hem die ons toe wou keren
zijn liefelijk gelaat.
Hij moge ons behoeden,
elkander toegewijd,
en schenke ons al ‘t goede
nu en in eeuwigheid.
Verkondiging
Zingen Gezongen geloofsbelijdenis
Ik geloof in God de Vader, de Almachtige,
Schepper des hemels en der aarde.
En in Jezus Christus, Zijne eniggeboren Zoon, onze Heere;
die ontvangen is van de Heilige Geest,
geboren uit de maagd Maria;
Die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
is gekruisigd, gestorven en begraven,
nedergedaald ter helle;
ten derde dage wederom opgestaan van de doden;
opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods,
des almachtigen Vaders;
vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden.
Ik geloof in de Heilige Geest.
Ik geloof één heilige, algemene, christelijke kerk,
de gemeenschap der heiligen;
vergeving der zonden;
wederopstanding des vlezes;
en een eeuwig leven.
Amen, amen, amen
Dankgebed en voorbeden
Zingen Opw. 331 (Breng dank aan de Eeuwige)
Breng dank aan de Eeuwige, )
breng dank aan de Heilige, )
breng dank aan onze Vader )2x
die ons Jezus zond. )
Want nu zegt de zwakke: ik ben sterk,
zegt de arme: ik ben rijk,
om wat de Here heeft gedaan voor ons.
Want nu zegt de zwakke: ik ben sterk,
zegt de arme: ik ben rijk,
om wat de Here heeft gedaan voor ons.
Breng dank.
Zegen (gesproken)
Geven:
maak uw gift over op de rekening van de diaconie van een van beide kerken.
de Rank: NL 81 RABO 0157 6741 34
Goede Herderkerk: NL 70 RABO 0159 1200 20