Kerkdienst 13 oktober
Kerkdienst zondag 13 oktober 2024 9:30 uur.
Voorganger: Ds A Hakvoort
Deze dienst wordt live uitgezonden via Youtube en de kerkradio.
Ga naar NGKV op youtube Ga naar de kerkradioOrde van dienst NGK Goede Herderkerk IJsselmuiden
Zondag 13 oktober 2024
Morgendienst, 9.30 uur
Welkom
Stil gebed
Votum en groet (gesproken)
Zingen: Psalm 27: 1, 4 (Mijn licht, mijn heil is Hij, mijn God en Here)
1. Mijn licht, mijn heil is Hij, mijn God en Heere !
Waar is het duister dat mij onheil baart ?
Mijn hoge burcht is Hij, niets kan mij deren,
in zijn bescherming ben ik wel bewaard !
Of zich de boosheid tegen mij verbindt
en op mij loert opdat zij mij verslindt,
ik ken geen angst voor nood en overval:
het is de Heer die mij behouden zal !
4. Zoals Gij eenmaal mijn geroep verhoorde,
zo spreek weer tot uw knecht en geef hem licht.
Mijn hart zegt stil de liefelijke woorden
die Gij eens zeide: ?Zoek mijn aangezicht?.
Uw aangezicht, ik wil het zoeken, Heer !
Verberg het niet, beproef mij niet te zeer !
Ik hoop geen heil dan Gij voor mij bewaart,
ik smacht naar ‘t uur dat Gij U openbaart !
Gods gebod
zingen: Lied 834: 1, 2, 3 (Vernieuw Gij mij, o eeuwig licht)
1. Vernieuw Gij mij, o eeuwig Licht!
God, laat mij voor uw aangezicht,
geheel van U vervuld en rein,
naar lijf en ziel herboren zijn.
2. Schep, God, een nieuwe geest in mij,
een geest van licht, zo klaar als Gij;
dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt
en ga de weg die U behaagt.
3. Wees Gij de zon van mijn bestaan,
dan kan ik veilig verder gaan,
tot ik U zie, o eeuwig Licht,
van aangezicht tot aangezicht.
Gebed
kindermoment en kinderlied
Schriftlezing: Genesis 32: 4-32 (NBV21)
4 Jakob stuurde boden vooruit naar zijn broer Esau in Seïr, het gebied van Edom,
5 en droeg hun het volgende op: ‘Jullie moeten tegen mijn heer, tegen Esau, zeggen: “Uw dienaar Jakob laat u weten dat hij als vreemdeling bij Laban heeft gewoond en pas nu bij hem is weggegaan.
6 Hij heeft daar runderen, ezels en schapen en geiten in bezit gekregen, en ook slaven en slavinnen. Deze boodschap laat hij aan u, zijn heer, overbrengen in de hoop dat u hem goedgezind zult zijn.”’
7 Toen de boden bij Jakob terugkwamen, meldden ze hem: ‘We zijn bij uw broer Esau geweest, en hij komt u tegemoet, met vierhonderd man.’
8 Jakob schrok hevig, het angstzweet brak hem uit. Daarom verdeelde hij zijn mensen over twee kampen, evenals zijn schapen en geiten en zijn runderen en kamelen.
9 Als Esau op het ene kamp afkomt en daar alles doodt, dacht hij, kan het andere kamp tenminste nog ontkomen.
10 En hij bad: ‘God van mijn voorvader Abraham, God van mijn vader Isaak, HEER, die tegen mij gezegd heeft: “Ga terug naar je land, naar je familie, Ik zal jou voorspoed geven” –
11 ik ben alle weldaden en al de trouw die U aan mij, uw dienaar, bewezen hebt niet waard. Met alleen mijn stok ben ik indertijd de Jordaan hier overgestoken, en nu kan ik mijn mensen zelfs over twee kampen verdelen.
12 Ik smeek U, red mij uit de handen van Esau, mijn broer, ik vrees dat hij ons zal aanvallen en mij en iedereen zal doden, ook de kinderen en hun moeders.
13 U hebt immers zelf gezegd: “Ik zal jou grote voorspoed geven en zo veel nakomelingen als er zand is bij de zee – niet te tellen zullen ze zijn.”’
14 Nadat Jakob de nacht daar had doorgebracht, stelde hij uit het vee dat hij bezat een geschenk voor zijn broer Esau samen:
15 tweehonderd geiten en twintig bokken, tweehonderd ooien en twintig rammen,
16 dertig nog zogende kamelen met hun veulens, veertig koeien, tien stieren, twintig ezelinnen en tien ezelshengsten.
17 Elk van die kudden stelde hij onder het toezicht van een knecht, en hij gaf de knechten opdracht om voor hem uit te trekken en tussen de verschillende kudden een ruime afstand te laten.
18 Tegen de eerste knecht zei hij: ‘Als je mijn broer Esau tegenkomt en hij vraagt je bij wie je hoort en waar je heen gaat, en van wie de dieren zijn die je voor je uit drijft,
19 dan moet je zeggen: “Ik hoor bij uw dienaar Jakob, en dit is een geschenk dat bestemd is voor zijn heer, voor Esau. Jakob zelf komt achter ons aan.”’
20 Ook de tweede en de derde knecht en alle verdere knechten die hij met de kudden meestuurde droeg hij dit op. ‘Jullie moeten precies hetzelfde tegen Esau zeggen als jullie hem tegenkomen,’ zei hij.
21 ‘En vergeet vooral niet te zeggen: “Uw dienaar Jakob zelf komt achter ons aan.”’ Hij dacht namelijk: Ik zal proberen Esau mild te stemmen met het geschenk dat ik vooruitstuur; pas daarna durf ik hem zelf onder ogen te komen, misschien is hij dan bereid mij welwillend te ontvangen.
22 Zo ging het geschenk voor hem uit, maar zelf bleef hij die nacht in het tentenkamp.
23 Het was nog nacht toen Jakob opstond en de Jabbok overstak op een doorwaadbare plaats, samen met zijn beide vrouwen, zijn twee bijvrouwen en zijn elf zonen.
24 Nadat hij hen over de rivier had geholpen, bracht hij ook al zijn bezittingen naar de overkant.
25 Maar zelf bleef hij achter, helemaal alleen, en er worstelde iemand met hem totdat de dag aanbrak.
26 Toen de ander zag dat hij het niet van hem kon winnen, raakte hij Jakobs heup aan, en daardoor raakte Jakobs heup tijdens die worsteling ontwricht.
27 Toen zei de ander: ‘Laat mij gaan, het wordt al dag.’ Maar Jakob zei: ‘Ik laat u niet gaan tenzij u mij zegent.’
28 De ander vroeg: ‘Hoe luidt je naam?’ ‘Jakob,’ antwoordde hij.
29 Daarop zei hij: ‘Voortaan zal je naam niet Jakob zijn maar Israël, want je hebt met God en mensen gestreden en je hebt gewonnen.’
30 Jakob vroeg: ‘Zeg me toch uw naam.’ Maar hij kreeg ten antwoord: ‘Waarom vraag je naar mijn naam?’ Toen zegende die ander hem daar.
31 Jakob noemde die plaats Peniël, ‘want,’ zei hij, ‘ik heb oog in oog gestaan met God en toch is mijn leven gered.’
32 Zodra hij bij Penuel was overgestoken, ging de zon over hem op. Jakob liep mank.
Zingen: Psalm 31: 1, 7, 13 (Op U vertrouw ik, Heer der heren)
1. Op U vertrouw ik, Heer der heren,
Gij die mijn sterkte zijt.
Om uw gerechtigheid
wil nimmer mij de rug toekeren.
Betoon mij uw nabijheid
en stel mij in de vrijheid.
7. Doe mij genadig weer aanschouwen
uw liefelijk gelaat, –
ik ben ten einde raad.
Wek in mijn ziel een nieuw vertrouwen.
Hoe is mijn moed geslonken,
het hart is mij ontzonken.
13. Doe over mij genadig lichten
uw liefelijk gelaat,
verlos mij van hun haat.
Kom om uw knecht weer op te richten,
hem die in zijn ellende
zich altijd tot U wendde.
Preek: Krachtmeting met God
Zingen: Lied 315: 1, 2 (Heb dank, o God van alle leven)
1. Heb dank, o God van alle leven,
die zijt alleen Uzelf bekend,
dat Gij uw woord ons hebt gegeven,
uw licht en liefd’ ons toegewend.
Nu rijst uit elke nacht uw morgen,
nu wijkt uw troost niet meer van de aard,
en wat voor wijzen bleef verborgen
werd kinderen geopenbaard.
2. En of een mens al diep verloren
en ver van U verzworven is,
Gij noemt zijn naam, hij is herboren,
vernieuwd door uw getuigenis.
U woord, dat spreekt in alle talen,
heeft uit het graf ons opgericht,
doet ons in vrijheid ademhalen
en leven voor uw aangezicht.
Dankgebed
Collecte
Zingen: Psalm 105: 1, 2 (Loof God de Heer, en laat ons blijde)
1. Looft God den Heer, en laat ons blijde
zijn glorierijke naam belijden.
Meldt ieder volk en elk geslacht
de wonderen die God volbracht.
Gij die van harte zoekt den Heer,
verblijdt u, geeft zijn naam de eer.
2. Vraagt naar des Heeren grote daden;
zoekt zijn nabijheid, zijn genade.
Gedenkt hoe Hij zijn oordeel velt,
zijn wonderen ten teken stelt,
volk dat op Abram u beroemt,
met Jakobs nieuwe naam genoemd.
Zegen (gesproken)
Geven:
maak uw gift over op de rekening van de diaconie van een van beide kerken.
de Rank: NL 81 RABO 0157 6741 34
Goede Herderkerk: NL 70 RABO 0159 1200 20