Kerkdienst 14 juli
Kerkdienst zondag 14 juli 2024 9:30 uur.
Doopdienst
Voorganger: Ds Johannes van Beveren
Deze dienst wordt live uitgezonden via Youtube en de kerkradio.
Ga naar NGKV op youtube Ga naar de kerkradioLiturgie 14-7-2024 IJsselmuiden
Welkom en afkondigingen
Welkom en vertellen doop
Stil gebed en votum GK 239: ‘k Stel mijn vertrouwen op de Heer mijn God
‘k Stel mijn vertrouwen
op de Heer, mijn God.
Want in zijn hand
ligt heel mijn levenslot.
Hem heb ik lief,
zijn vrede woont in mij.
‘k Zie naar Hem op en ‘k weet:
Hij is mij steeds nabij.
Groet en amen
Zingen psalm 8: 1, 2, 3, 6 DNP
1. HEER, onze Heer, uw naam is groot en machtig.
Alles wat U geschapen hebt is prachtig.
U maakt uw glorie wereldwijd bekend.
De hemel laat ons weten wie U bent.
2. De eerste woordjes die een kind kan uiten,
gebruikt U om uw vijanden te stuiten.
De allerkleinste is met zijn gepraat
een kracht waarmee U tegenstand weerstaat.
3. Als ik de maan en sterren zie daarboven,
kan ik het wonder bijna niet geloven
dat U, o Heer, aan kleine mensen denkt.
Hoe kan het dat U ons uw liefde schenkt?
6. HEER, onze Heer, uw naam is groot en machtig.
Alles wat U geschapen hebt is prachtig.
U maakt uw glorie wereldwijd bekend.
De aarde laat ons weten wie U bent.
Bidden
Formulier
Vragen en doop
Zingen LB 139b Heer, u doorgrond en kent mij
Heer, U doorgrondt en kent mij;
mijn zitten en mijn staan
en U kent mijn gedachten,
mijn liggen en mijn gaan.
De woorden van mijn mond, o Heer,
die zijn voor U bekend
en waar ik ook naar toe zou gaan,
ik weet dat U daar bent.
Heer, U bent altijd bij mij,
U legt uw handen op mij
en U bent voor mij
en naast mij
en om mij heen.
Heer, U bent altijd bij mij,
U legt uw handen op mij
en U bent voor mij
en naast mij
en om mij heen,
elke dag.
Heer, U doorgrondt en kent mij,
want in de moederschoot
ben ik door U geweven;
U bent oneindig groot.
Ik dank U voor dit wonder, Heer,
dat U mijn leven kent
en wat er ook gebeuren zal,
dat U steeds bij mij bent.
Heer, U bent altijd bij mij,
U legt uw handen op mij
en U bent voor mij
en naast mij
en om mij heen.
Heer, U bent altijd bij mij,
U legt uw handen op mij
en U bent voor mij
en naast mij
en om mij heen,
elke dag.
Danken
Kindmoment en kinderlied
Lezen Ezechiel 1:1-6 en 1:22-2:6
Ezechiël geroepen
1 Op de vijfde dag van de vierde maand in het dertigste jaar, toen ik te midden van de ballingen bij het Kebarkanaal woonde, opende zich de hemel en kreeg ik een visioen van God.
2-3 (Op de vijfde dag van die maand, en wel in het vijfde jaar van koning Jojachins ballingschap, richtte de HEER zich tot de priester Ezechiël, de zoon van Buzi, in het land van de Chaldeeën, bij het Kebarkanaal. Daar werd hij door de hand van de HEER gegrepen.)
4 Dit is wat ik zag: een stormwind, komend uit het noorden, een grote gloeiende wolkenmassa, een vuur van bliksemflitsen. Daar middenin zag ik iets dat glansde als wit goud.
5 In het midden van het vuur zag ik iets dat leek op een viertal wezens. Zo zagen ze eruit: ze leken op mensen 6 maar ze hadden elk vier gezichten en vier vleugels.
22 En boven de hoofden van de wezens was een soort koepel, glinsterend als ijs, angstwekkend – deze koepel strekte zich hoog boven hun hoofden uit.
23 Daaronder stonden ze. Hun uitgespreide vleugels raakten die van de wezens aan weerszijden en hun twee andere vleugels waren toegevouwen en bedekten hun lichamen.
24 Toen hoorde ik het geluid van hun vleugels. Het klonk als het gebulder van de zee, als de stem van de Ontzagwekkende, als het rumoer van een mensenmassa, als een dreunend leger. Wanneer ze stilstonden vouwden ze hun vleugels weer toe.
25 Toen hoorde ik ook een geluid boven de koepel boven hun hoofd – maar zijzelf stonden stil met toegevouwen vleugels.
26 En boven de koepel zag ik iets dat leek op een troon van saffier, en daarboven, op die troon, zag ik een gedaante als van een mens.
27 Vanaf wat zijn heupen leken te zijn naar boven toe zag ik iets dat glansde als wit goud en door iets als vuur omgeven was, en naar beneden toe zag ik iets als vuur, omgeven door een stralende gloed.
28 Zoals de boog die bij regen verschijnt in de wolken, zo zag die gloed eruit.
Dit was de aanblik van de stralende verschijning van de HEER, en toen ik dit alles zag, wierp ik me voorover op de grond. Ik hoorde een stem,
1 die tegen mij zei: ‘Mensenkind, kom overeind, dan zal Ik met je spreken.’
2 Terwijl deze woorden klonken, voer er een geest in mij die me weer overeind deed komen, en ik hoorde dat er opnieuw tegen mij werd gesproken:
3 ‘Mensenkind, Ik stuur jou naar de Israëlieten, naar dat weerspannige volk dat tegen Mij in opstand is gekomen. Tot op de dag van vandaag verzetten ze zich tegen Mij, zoals ook hun voorouders hebben gedaan.
4 Naar dat volk, dat zo halsstarrig en eigenzinnig is, stuur Ik jou. Je moet tegen hen zeggen: “Dit zegt God, de HEER …”
5 En of ze nu horen willen of niet – het is immers een opstandig volk –, ze zullen weten dat er een profeet in hun midden is geweest.
6 Maar jij, mensenkind, jij hebt van hun woorden niets te vrezen, je hoeft voor hen niet bang te zijn, al zijn ze als brandnetels en doornstruiken en belagen ze je als schorpioenen. Je hoeft je door dat volk niet te laten afschrikken of angst te hebben voor hun woorden, hoe opstandig ze ook zijn.
Zingen psalm 99: 1, 3, 8 LB
1. God is Koning, Hij / sticht zijn heerschappij.
Volken, hoort zijn stem. / Buigt u, beeft voor Hem,
die met macht gekroond / op de cherubs troont.
Aarde, word bewogen, / beef voor zijn vermogen.
3. Niet op bruut geweld / hebt G’ uw macht gesteld.
Gij o Koning, zegt: / Ik bemin het recht.
Onder uw beleid / heerst gerechtigheid;
uw verbond heeft leven / aan uw volk gegeven.
8. Maakt Hem nu tezaam / groot, verheft zijn naam.
Buigt u voor Hem neer, / Hij is onze Heer,
die met macht gekroond / op de Sion troont.
Houdt Hem hoog in ere ! / Heilig is de Heere.
Verkondiging
Zingen Opw 407 O, Heer mijn God
O, Heer mijn God,
wanneer ik in verwondering
de wereld zie die U hebt voortgebracht.
Het sterrenlicht,
het rollen van de donder,
heel dit heelal, dat vol is van uw kracht.
Refrein:
Dan zingt mijn ziel )
tot U, o Heer mijn God: )2x
hoe groot zijt Gij, )
hoe groot zijt Gij! )
Als ik bedenk, hoe Jezus zonder klagen
tot in de dood gegaan is als een Lam,
sta ik verbaasd,
dat Hij mijn schuld wou dragen
en aan het kruis mijn zonde op zich nam.
Refrein:
Dan zingt mijn ziel )
tot U, o Heer mijn God: )2x
hoe groot zijt Gij, )
hoe groot zijt Gij! )
Als Christus komt
met majesteit en luister,
brengt Hij mij thuis,
hoe heerlijk zal dat zijn.
Dan zal ik vol aanbidding voor Hem buigen
en zingt mijn ziel:
o Heer, hoe groot zijt Gij!
Refrein:
Dan zingt mijn ziel )
tot U, o Heer mijn God: )2x
hoe groot zijt Gij, )
hoe groot zijt Gij! )
Wet
Zingen psalm 25: 2, 4 DNP
2. HEER, leer mij uw waarheid kennen
en uw onderwijs verstaan.
Laat mij aan uw wegen wennen,
help mij in uw spoor te gaan –
God, U bent het die mij redt.
Hele dagen, hele nachten
ben ik hoopvol in gebed:
altijd blijf ik U verwachten.
4. God is goed, Hij is rechtvaardig:
zondaars leidt Hij in zijn spoor.
Wie oprecht is en zachtaardig
onderwijst Hij, gaat Hij voor.
Wie op zijn verbond vertrouwt
wil Hij rijkelijk belonen;
wie zich aan zijn wetten houdt
zal Hij trouw en liefde tonen.
Bidden
Geven (luisterlied Groot is uw trouw o Heer – Kees Kraayenoord)
Zingen LB 103c: 1, 2, 5 Loof de Koning, heel mijn wezen
1. Loof de Koning, heel mijn wezen,
gij bestaat in zijn geduld,
want uw leven is genezen
en vergeven is uw schuld.
Loof de Koning, loof de Koning,
tot gij Hem ontmoeten zult.
2. Looft Hem als uw vaadren deden,
eigent u zijn liefde toe,
want Hij bergt u in zijn vrede,
zegenend wordt Hij niet moe.
Looft uw Vader, looft uw Vader,
tot uw laatste adem toe.
5. Engelen, zingt ja en amen
met de Koning oog in oog!
Zon en maan, buigt u tezamen
en gij sterren hemelhoog!
Looft uw Schepper, looft uw Schepper,
looft Hem, die het al bewoog!
Zegen en amen (gez)
Geven:
maak uw gift over op de rekening van de diaconie van een van beide kerken.
de Rank: NL 81 RABO 0157 6741 34
Goede Herderkerk: NL 70 RABO 0159 1200 20